Onkruid

1e, 2e, of 3e FAR behandeling? Ga kijken voor u ze toepast!

onkruidHet is momenteel niet gemakkelijk om een goed moment te vinden om de onkruidbestrijding uit te voeren. Gezien de grote spreiding van het zaaitijdstip, zijn er verschillen in het aantal uitgevoerde FAR-behandelingen. Wij herhalen dat voor de eerste FAR een behandeling met B 0,6 / T 0,2 / G 0,5 / O 0,5 steeds selectief is voor de biet. Telers die aan de derde FAR behandeling toe zijn, moeten opnieuw naar hun velden gaan kijken om te zien of er nieuwe opkomsten zijn van onkruiden. Momenteel worden in de velden vooral opkomsten van melganzevoet, uitstaande melde, duist en kruisbloemigen gezien.
Voor recent gezaaide percelen, moet er afhankelijk van de aanwezige onkruidflora een keuze gemaakt worden tussen een vooropkomstbehandeling doen of niet. Een eerste FAR-behandeling moet uitgevoerd worden zodra de eerste onkruiden waargenomen worden. Meer informatie over deze behandelingen vind u in een eerder bericht.
De werkzaamheid van de eerste FAR behandelingen lijkt gezien het vochtige weer mee te vallen. Het is echter essentieel dat een tweede FAR behandeling uitgevoerd wordt binnen de 6 tot 8 dagen na de eerste behandeling. U vindt meer informatie over de producten en te gebruiken dosissen in de FAR MEMO 2016.
Op percelen waar duist voorkomt worden ook opkomsten van deze grassoort gezien. De bestrijding van duist gebeurt het best als deze grassen nog klein zijn (2 – 4 blad stadium). Het is aanbevolen om de grassenmiddelen apart van de FAR toe te passen, aan de volle erkende dosering, om de hoogste werkzaamheid te bekomen. In geval u weet dat een “fop” geen goede werking heeft op uw perceel dan kan u steeds eens een “dim” testen. Meer informatie over de grassenmiddelen vindt u in de FAR MEMO 2016.