Opgericht in 1932 door een vereniging van suikerfabrieken en later met de vereniging van bietentelers, zet het KBIVB zich al 90 jaar in voor de duurzame ontwikkeling van de Belgische bietenteelt. Vanaf het begin heeft het onderzoek zich toegespitst op gewasbescherming tegen plagen en ziekten, de mechanische en chemische ontwikkeling in onkruidbestrijding, bemesting van de teelt, de valorisatie van nevenproducten en de mechanisatie van zaaien en oogsten.
In de bietenteelt worden al jarenlang nieuwe technieken ontwikkeld om de teelt milieuvriendelijker te maken en tegelijk de economische duurzaamheid voor de landbouwers en de suikerfabrieken te handhaven.
Sinds de jaren 1980 is het onderzoek van het KBIVB gericht op de verbetering van de duurzaamheid van de teelt en de ecologische voetafdruk ervan. Het KBIVB heeft de bietenteelt gepositioneerd als een pionier in het zoeken naar alternatieven om de inputs te verminderen: de vermindering van de stikstof inputs door de rijenbemesting, de ontwikkeling van het FAR-systeem als referentie in de onkruidbestrijding waarbij het gebruik van herbiciden sterk werd verminderd, de plaatsing van insecticiden door zaadbehandeling, de evaluatie van de robuustheid van rassen ten opzichte van ziekten en plagen en de technieken voor het laden en reinigen van de bieten.
Sinds haar oprichting is de bestrijding van virale vergelingsziekte één van de belangrijkste onderzoekgebieden geweest. Na het verdwijnen van doeltreffende oplossingen die al 25 jaar werden gebruikt, wordt het moeilijker om bieten te beschermen tegen voorjaarsaantastingen van bladluizen. Door de klimaatverandering en een aantal nieuwe teeltpraktijken is ons gewas vatbaarder voor vroege bladluisaanvallen en vergelingsziekte in de lente. Er wordt naar alternatieven gezocht, maar één enkele oplossing is op korte termijn niet meer haalbaar. Het zoeken naar alternatieven zal tijdrovend zijn en de oplossing zal zeker uit verschillende aanvullende alternatieven komen.
Klimaatverandering speelt ook een belangrijke rol bij onkruidbestrijding: de lentes zijn vaak droger en maken chemische onkruidbestrijding minder effectief. Zijn er alternatieven om onze bieten efficiënt en tegen lagere kosten onkruidvrij te maken ?
Dezelfde vaststelling geldt voor bladziekten: de klimaatverandering heeft de opkomst bevorderd van cercosporiose, een ziekte die 20 jaar geleden nog zeldzaam was. Er wordt aan een voorspellend model gewerkt om te weten wanneer moet worden ingegrepen, dit in combinatie met voldoende tolerante rassen om tot de oogst een gezond loof te behouden.
Ter gelegenheid van haar 90e verjaardag nodigt het KBIVB u uit op een bezoek van proefvelden aangelegd in Marbais (rue de Chassart ; 50°32’3.36″N 04°31’38.20″E; Waals-Brabant). Wij geven u de mogelijkheid om een « fytolicentie » vorming te volgen op donderdag 29 (14h00 – 16h30) of vrijdag 30 (9h30 – 12h00) (opgelet: inschrijving verplicht, aantal deelnemers gelimiteerd). (Franstalige sessies: donderdag 9h30 en vrijdag 14h00)
De fytolicentievorming zal thematische workshops omvatten, die zullen worden toegelicht en geïllustreerd met posters en plantenmateriaal, en het bezoek aan proeven die in de verschillende thema’s zijn opgezet.
De voorgestelde workshops zullen zijn:
- Ervaring en advies van het KBIVB voor gecombineerde chemisch-mechanische onkruidbestrijding en volledig mechanische onkruidbestrijding
- Waarschuwingen, interventiedrempels en keuze van producten voor de bestrijding van bladziekten in suikerbieten, rekening houdend met de tolerantie van de rassen
Het eerste principe van IPM is preventie. Een waarnemingsproef met verschillende bietenvariëteiten, die zonder fungicidebehandeling worden geteeld, zal worden bezocht. Doel van deze proef is te wijzen op het belang van het zaaien van tolerante rassen en advies te geven over de rassenkeuze. Het belang van de keuze van rassen die tolerant zijn voor het bladziektecomplex zal worden aangetoond. Het belang van het redeneren over de behandeling in functie van de variëteitstolerantie zal ook worden besproken via de presentatie van een proef die werd uitgevoerd in het kader van het BetaProTech-project dat werd gesubsidieerd door het Waals Gewest (D65-1408).
- Bladluizen en nuttige organismen in een IPM-aanpak
Bladluizen zijn belangrijke plagen van suikerbieten als overbrengers van vergelingsziektevirussen. Nuttige insecten zijn essentieel voor de bestrijding van bladluizen bij het einde van het seizoen. Het belang van deze nuttige insecten en het effect van insecticide-gewasbeschermingsmiddelen op deze nuttigen zal worden besproken. Een bezoek aan een proef met betrekking tot de tolerantie van rassen voor de 3 vergelingsvirussen zal worden toegelicht.
De vorming wordt afgesloten met een hapje en een drankje.