Over het algemeen is het aantal ongevleugelde groene bladluizen dat is waargenomen in het waarnemingsnetwerk toegenomen, en tegelijkertijd zijn ook de nuttigen aanwezig.
De situatie verschilt sterk van perceel tot perceel. Daarom raden we sterk aan om, zolang de rijen niet gesloten zijn, waarnemingen te blijven uitvoeren op je percelen, en altijd op minstens 40 planten verspreid over het veld. Deze waarnemingen moeten tien dagen na een behandeling opnieuw worden uitgevoerd. Een nieuwe behandeling is alleen nodig als de drempel opnieuw wordt bereikt.
Wanneer de drempel van 2 ongevleugelde groene bladluizen per 10 planten is bereikt, raden we aan om bij ideale weersomstandigheden (hoge relatieve vochtigheid!) te behandelen met ‘TEPPEKI’ (0,140 kg/ha) of ‘MOVENTO’ (0,450 L/ha). GAZELLE (0,250 kg/ha) kan ook worden toegepast in het BBCH31-stadium (begin van de rijenbedekking). Niet behandelen met pyrethroïden!
De kaart met de bladluisdruk kan u hier terugvinden: kaart bladluisdruk