Grassen worden algemeen het best bestreden als ze in het 2-3 bladstadium staan. Het toepassingsstadium per product op elk type gras is vermeld op Phytoweb.
Als de druk aan grassen laag is, kan de grassenbestrijding gelijktijdig met de FAR worden uitgevoerd. Er zijn echter een paar regels die moeten gevolgd worden:
- De dosis moet gereduceerd worden.
- Vermijd de additieven en herbiciden die de bladactiviteit bevorderen, zoals ‘Matrigon’ (clopyralid) of ‘Frontier’ (dimethenamid-P).
- Meng nooit CENTIUM met graminiciden. Het is aan te raden om een interval van 5 dagen aan te houden tussen de toepassing van CENTIUM en een behandeling met een grassenmiddel.
Als de druk van grassen hoog is OF als er op je veld resistente grassen (bijv. Duist, enz.) zijn OF als er kweekgras aanwezig is OF op zware gronden, kan de behandeling best niet gelijktijdig met de FAR worden uitgevoerd. Het moet afzonderlijk en in volle dosering worden uitgevoerd. Voor de bestrijding van hanepoot kan eveneens ‘Dual Gold’ worden ingezet. Gebruik in geval van resistente duist de “dim” familie, die efficiënter is dan de “fop” familie.
Kweekgras wordt bij voorkeur behandeld wanneer het 20-30cm bereikt. Het grassenmiddel wordt bij voorkeur niet gelijktijdig met de FAR toegepast. In het omgekeerde geval (2 toepassingen) moet de tweede behandeling worden uitgevoerd als het gras zich hersteld heeft van de vorige behandeling om de doeltreffendheid van het product te garanderen. De “dim” familie is doeltreffender dan de “fop” familie.
Ter herinnering, hier is de tabel met de grassenmiddelen en hun doseringen, evenals de grassoort waarvoor ze erkend zijn. U kan ook deze tabel terugvinden in het FAR-memo.
Raadpleeg bij twijfel de informatie op Phytoweb.
In het Conviso One® systeem zouden de grassen goed moeten bestreden zijn. Als er toch individuele onkruiden overleven, gebruik dan een grassenmiddel uit de “dim” familie of verwijder ze handmatig om het risico op de ontwikkeling van resistente onkruidpopulaties te beheren.