Na een periode van hoge temperaturen waargenomen sinds begin juni (±30°C op vrijdag 05/06 en 12/06) zijn de eerste nachtvlinders van de gamma-uil (Autographa gamma), trekvlinder uit het Zuiden, bij ons aangekomen. De rupsen van deze vlinder kunnen worden gevonden in vele teelten en in onze moestuinen. Een « zichtbare » en zeer sporadische aanwezigheid van zeer kleine rupsen van de gamma-uil (eerste larvale stadium) worden momenteel waargenomen in enkele waarnemingsvelden. Men kan soms enkele gaten in de bladeren waarnemen, als gevolg van rupsenbeten of van hagelschade.
Men moet men de bietenvelden buiten de warme uren inspecteren, bijvoorbeeld tijdens een doorgang voor verwijdering van schieters of distels. Wees waakzaam voor de aanwezigheid van eieren (kleine witte of groene eieren, geïsoleerd of in kleine groepen), van recente uitwerpselen en/of gaten in de bladeren. Men mag de bieten niet te veel schudden tijdens de waarneming want de rupsen laten zich op de grond vallen wanneer zij verstoord worden. Naargelang hun larvestadium (6 ontwikkelingsstadia) varieert de grootte van de larven van 0,5 tot 4 cm. Hun kleur varieert van lichtgroen, in de vroege ontwikkeling, naar donkergroen en bruin, in een gevorderd stadium. De (jonge) rupsen verplaatsen zich zoals spanrupsen.
De rupsen zijn momenteel in de larvale stadia L4 of L5 en worden zeer vraatzuchtig. Het laatste larvale stadium (stadium L6, grote rupsen zeer zichtbaar) is minder vraatzuchtig. De rupsen gaan vervolgens in het verpoppingsstadium (cocon vastgemaakt met witte draden aan de bladeren). De insecticidenbehandelingen hebben weinig effect op het stadium L6 en geen effect op het verpoppingsstadium.
Een behandeling lijkt economisch gerechtvaardigd indien alle planten lichte schade vertonen, met uitbreiding of indien belangrijkere schade wordt waargenomen op ½ van de planten of in grote cirkels, met actieve rupsen (3 tot 4 rupsen per plant).
De erkende producten tegen rupsen van de gamma-uil in de biet zijn hetzij op basis van lambda-cyhalothrine (type « Karate » aan 0,075 l/ha), hetzij op basis van deltamethrine (type « Decis 2,5 EC » aan 0,4 l/ha). Deze producten (van de familie van pyrethrinoïden) zijn gevoelig voor warmte en licht. Men moet vroeg in de ochtend of laat op de avond behandelen, die zijn periodes waarin de rupsen het meest actief zijn om van de frisheid en de dauw te profiteren, met een volume van 200 tot 300 l water/ha. Lees aandachtig de productlabels om de te gebruiken dosis te respecteren. Deze verschilt naargelang de formuleringen.
De randen van de velden zijn het meest onderhevig aan deze aantastingen. Dikwijls is het niet nodig om het gehele veld te behandelen. De laatste niet-sporadische aanwezigheid van rupsen in de biet gaat terug tot 2010, 2006, 2003 en 1996.