Afhankelijk van de streek en het klaarleggen van de grond (vooral ploegloos) werd de zaai van week 12 (tussen 16 en 23 maart) sterk beïnvloed door de zware regens van dinsdag 24 maart (en daarna door deze van zondag 29 maart). Met de terugkeer van droge, zeer winderige en zonnige omstandigheden werd er een belangrijke korst van de bodem gevormd die de definitieve opkomst naargelang de situatie sterk kan beperken.
Voor zorgwekkende situaties is het belangrijk om regelmatig en herhaaldelijk tellingen uit te voeren vooraleer een beslissing tot herzaai te nemen. Men zal immers de kost van de herzaai (>250 tot 300 €/ha) moeten recupereren door een belangrijke compensatie van het tonnage door de nieuwe zaai (> +10 tot + 12 t/ha) die later wordt uitgevoerd, en dit op basis van het te produceren quotum.
De zware regens van 24 maart hebben, door hun mechanische werking, de leem gefragmenteerd en de fijne fractie leem naar de oppervlakte gebracht, vooral in de velden die een paar dagen voordien werden gezaaid. Met matige tot sterke wind en veel zon, werd het oppervlak van de grond dichtgeslagen en gecompacteerd. In de ploegloze gronden heeft de verkorsting van de bodem daarenboven de verdamping van het vocht afkomstig van de regens beperkt. De verdichting is ook dieper in deze gronden.
Momenteel kan de beslissing tot herzaai slechts genomen worden na het waarnemen van de evolutie van de kieming van de laatste bieten. Zelfs in de sterk verdichte gronden kan men nog nieuwe opkomsten waarnemen, voornamelijk in de scheuren van de bodem juist boven de zaailijn. Vele kiemplanten zijn nog juist onder het bodemoppervlak en klaar om uit te komen. In deze situatie (kiemplanten reeds gekiemd en kiemplanten klaar om op te komen) kan een doorgang met een werktuig om de korst te breken in de zaailijn schadelijker zijn dan niets doen.
De tellingen moet vooral gebeuren in de meest problematische zones en de beslissing tot herzaai kan beperkt worden tot enkel deze zones.
Een herzaai uitgevoerd vóór midden april kan nog een voldoende opbrengstniveau bereiken. Nochtans zal de vertraging van 2 tot 3 weken groei niet meer ingehaald kunnen worden. De beslissing zal daarom worden gemaakt voor echt dramatische situaties. Een herzaai vóór 20 april is niet verantwoord indien de populatie, homogeen, hoger is dan 45.000 – 50.000 planten/ha. Hoe later de datum van beslissing voor herzaai (eind april, begin mei en later), hoe meer men zich tevreden moet stellen met een blijvend lagere populatie (limiet: 18 planten/10 m).
Indien een klein gedeelte van het veld moet herzaaid worden: zaai over de lijnen van de vorige zaai, dit kan echter een probleem van dubbele lijnen bij de rooi veroorzaken.
Indien een groot deel van het veld moet herzaaid worden: herbewerk de grond lichtjes, zaai snel om te profiteren van de nog aanwezige vochtigheid in de bodem.
Evaluatie van de populatie:
1) Voer een telling uit op ten minste 10 plaatsen (kies willekeurig 10 x 10 m lijnen) per getroffen zone of per 1 tot 2 ha. De nog niet opgekomen bieten kunnen de geschatte populatie gedeeltelijk vervolledigen. Kijk, daar waar de kiemplant zou moeten aanwezig zijn, of het zaad al dan niet gekiemd is. Men heeft minstens 80% gekiemde zaden nodig om een volledige opkomst te hebben.
Volledige opkomst aan 80%: op17 cm = 47 planten/10 m; op 18 cm: 44 planten/10 m; op 20 cm: 40 planten/10 m.
2) Voer een tweede (en derde) telling uit na 2-3 dagen, op dezelfde plaatsen.
3) Bepaal de graad van de uiteindelijke populatie na de tweede telling (behalve indien de opkomst niet volledig is).
Beslissing tot herzaai na een 2de of 3de telling:
Indien er op 10 april
Limiet* : beslissing tot herzaai geval per geval te bekijken, afhankelijk van de kostprijs van de herzaai, het bekomen van het te leveren quotum, …