Vaak worden de larven van het lieveheersbeestje en de rupsen van de nachtvlinder met elkaar verward. De beten en schade aan de bladeren veroorzaakt door de rupsen van de nachtvlinder (bijvoorbeeld de gamma-uil) worden hen vaak ten onrechte toegeschreven. De larven van het lieveheersbeestje zijn zeer nuttig daar ze overvloedig bladluizen eten, zoals ze dat ook doen in het volwassen stadium. De larven zijn grijs-zwart, met een gestroomlijnde en gesegmenteerde buik, versierd met verschillende geel-oranje vlekken en met « plukjes haar » (spiculum). Ze hebben drie paar zwarte poten. Ze verplaatsen zich snel op zoek naar bladluizen. Deze larven en volwassen insecten, alsook andere nuttige insecten (larven van de zweefvlieg, larven van de gaasvlieg, weekschildkevers) zijn momenteel zeer actief.