De bijzonder droge bodemomstandigheden dit seizoen zijn nadelig voor de opname van voedingselementen. Boor en magnesium zijn twee elementen om in het oog te houden in de bieten. Deze moeten altijd preventief toegediend worden.
Indien deze nog niet werd uitgevoerd, is een toediening van boor en/of magnesium aanbevolen in de velden waar het boorgehalte lager is dan 0,50 mg/kg en waar het magnesiumgehalte lager is dan 10 mg/100 g grond. Over het algemeen worden deze toedieningen aanbevolen in de velden die regelmatig onderhevig zijn aan gebreken of droogte (stenige of zandige zones), die een hoge pH hebben of in aanwezigheid van aantastingen door het bietencysteaaltje.
De toediening moet 500 g/ha boor zijn en 20 tot 40 eenheden/ha MgO en moet toegediend worden vóór het sluiten van de rijen. De minerale formuleringen zijn over het algemeen compatibel met een onkruidbehandeling, de compatibiliteit van andere formuleringen (chelaten, …) moet voor elke mengeling gecontroleerd worden.
Bijkomende informatie en beschrijving van de gebrekssymptomen vindt u in de Bietplanter van mei 2017.