Voor de bietenpercelen waar de bieten, volledig of gedeeltelijk opgekomen zijn, wordt er verwacht dat in de loop van deze week de eerste FAR-behandeling moet toegepast worden. Deze moet toegepast worden op onkruiden in het kiemlobstadium en is des te belangrijker in een droog klimaat waar de werking van de bodemherbiciden tekortschiet. Opkomst van o.a. herik, melganzevoet, bingelkruid, varkensgras wordt gesignaleerd.
Een FAR-behandeling toepassen als de bieten nog niet allemaal opgekomen zijn, vormt geen probleem. Voor een klassieke flora (melganzevoet, kamille, melde, …) kan volgende behandeling aanbevolen worden: type ‘Betanal 160 g/l’ (0,6 – 0,8 l/ha) + type ‘Tramat 500 g/l’ (0,2 l/ha) + type ‘Goltix 700 g/l’ (0,5 l/ha) + olie (0,5 à 1,0 l/ha). Bij aanhoudend droog weer kan het contactherbicide ‘Betanal’ met 0,2 l/ha verhoogd worden alsook de olie. Deze behandeling is steeds selectief ten aanzien van de bieten. Indien u last heeft van gevlekte scheerling of hondspeterselie op uw velden kan men Safari aan 15g/ha inzetten. Safari kan de groei van de biet echter remmen en wordt dus pas aangeraden indien er zeker minstens 70% van de bieten opgekomen zijn. Behandel ‘s morgens vroeg bij voldoende luchtvochtigheid, en het blijft belangrijk het behandelingsinterval van 6 tot 8 dagen tussen de eerste en tweede FAR-behandeling te respecteren.
Voor meer info: zie FAR memo.