Na zaai zijn ongeveer ±120 graaddagen nodig voor de eerste bieten opkomen en ±250 graaddagen voor een volledige opkomst. De eerste opkomsten van onkruiden kunnen waargenomen worden binnen diezelfde periode.
De drempel van ±120 graaddagen werd bereikt voor de zaai uitgevoerd tussen 14 en 19/03.
Het is dus belangrijk om vanaf nu de percelen die reeds 2 à 3 weken gezaaid zijn te controleren. In sommige percelen kan men reeds de allereerste onkruiden (vooral kruisbloemigen) waarnemen.
Voor diegenen die nog een vooropkomst willen toepassen, is het belangrijk te weten dat de producten op basis van chloridazon (type ‘Fiesta’ en type ‘Pyramin’) moeten worden toegediend binnen de 2 tot 3 dagen na de zaai. Ze mogen zeker niet worden toegediend tijdens de opkomst van de bieten.
De eerste naopkomstbehandeling met lage dosissen (FAR-systeem) moet worden uitgevoerd vanaf het moment dat onkruiden zichtbaar worden, in het kiembladstadium. Zelfs indien de bieten nog niet allemaal opgekomen zijn of aan het opkomen zijn, stelt het toepassen van een FAR dosis met Bsc 0,6 L/T500 0,2L/G 0,5 L + 0,5 l olie geen enkel selectiviteitsprobleem voor de bieten. Dit op voorwaarde dat ze niet aangetast zijn door plagen (slakken, klein wild, thripsen, aardvlooien, vogels, …). Men moet dus niet wachten tot de volledige opkomst, met het risico meer ontwikkelde onkruiden te moeten bestrijden. Wij herhalen dat een behandeling met Safari slechts kan wanneer minstens 70% van de bieten opgekomen zijn (maximale dosis in dit stadium : 15g).
Als gevolg van de koudere temperaturen aangekondigd voor deze week kan er een risico op lichte nachtvorst zijn. In dat geval moet de FAR worden uitgevoerd na de vorst.
Meer aanbevelingen wat betreft onkruidbestrijding vindt u in de FAR MEMO 2015 gepubliceerd in de Bietplanter van april en beschikbaar op de website van het KBIVB.