De laboratoria aangesloten bij het net REQUASUD hebben, in samenwerking met de Tiense Suiker (in het kader van het project Mont-Blanc) en het KBIVB, 121 bodemmonsters geanalyseerd voor de bepaling van de gemiddelde stikstofprofielen voor de teelt van suikerbieten.
De profielen zijn dit jaar gekenmerkt door extreme neerslaghoeveelheden. De datum en omstandigheden van de inzaai van de groenbedekkers beïnvloeden sterk de bodemprofielen. Dit leidt tot variabele gehalten.
De gemiddelde bemestingsadviezen zijn de volgende:
Na een graangewas, stro afgevoerd |
|
|
130 eenheden |
|
80 eenheden |
|
70 eenheden |
Na een graangewas, stro ingewerkt |
|
|
100 eenheden |
|
150 eenheden |
Met de voorvrucht aardappelen, vlas, maïs, peulgroenten (erwt, bonen), is het sterk aangeraden om een gepersonaliseerde analyse te laten uitvoeren. |
Het gemiddeld voorgesteld advies moet beschouwd worden als een richtlijn. Een gepersonaliseerde analyse van het perceel blijft de meest relevante aanbeveling in het geval van snelwerkende organische meststoffen (drijfmest, uitwerpselen) of organische meststoffen waarvan het gedrag in de bodem moeilijker te voorspellen is (compost, digestaten en slib van diverse aard).
Een te hoge bemesting in vergelijking met een beredeneerde bemesting verhoogt het risico op overschrijding van de nitraatresidu (EVANIR) en dit heeft een negatief effect op het suikergehalte en uw rentabiliteit.
Aarzel niet om contact op te nemen met uw landbouwkundige dienst.