De zachte en droge winter is gunstig voor de overleving van bosmuizen.
Er bestaan geen erkende producten meer voor de bestrijding van bosmuizen in de akkerbouwgewassen.
Er zijn twee bestrijdingsmaatregelen mogelijk:
- De controle van de populatie bosmuizen bevorderen door roofvogels. Deze techniek wordt voorgesteld in het kader van IPM. De installatie van zitstokken in open zones kan de natuurlijke predatie van bosmuizen door roofvogels bevorderen.
- 2 tot 3 weken voor de zaai, de bosmuizen preventief voederen met niet behandeld zaad om hun een alternatieve voedingsgewoonte te voorzien en hun aantrekkingskracht voor bietenzaad te beperken. De voedselvoorziening zal zich beperken tot de risicozones.
Predatie door roofvogels bevorderen: De roofvogels hebben graag een panoramisch uitzicht. Hoe hoger ze zitten, hoe groter hun waarnemingsstraal. De steunpalen (ten minste 40 cm in de grond) zouden minstens 2 m boven de grond moeten steken en zeer stabiel zijn. De zitstok moet horizontaal zijn, goed vastzitten en niet-wegglijdend (ruw hout) zijn. Hij moet een breedte (of diameter) hebben van 3-5 cm en 20 cm lang zijn.
Preventieve voeding: De risicozones zijn velden die lange tijd onder een groenbemester verbleven of velden in de nabijheid van met gras bezaaide hellingen of bossen. Plaats de niet behandelde korrels ten laatste 15 tot 20 dagen vóór de zaai, onder een holle dakpan of in stukken van PVC buizen om ze te beschermen tegen de regen en om te vermijden dat de vogels er van eten. Denk eraan om het lokaas regelmatig aan te vullen, tot de kieming van het bietenzaad (geen bietenzaden gebruiken!).