Denk eraan om preventief zitstokken te plaatsen in open zones om de natuurlijke predatie van bosmuizen door roofvogels te bevorderen.
De milde en droge winter is gunstig voor het overleven van bosmuizen. Bodembedekkers die nog niet vernietigd of verwerkt zijn, alsook graskanten zijn perfecte toevluchtsoorden voor bosmuizen die het bietenzaad zouden kunnen opeten, na de zaai en vóór hun kieming.
Doordat er sinds 2014 geen erkende producten meer bestaan voor de bestrijding van bosmuizen in akkerbouwgewassen, kan een controle van de populatie bosmuizen bevorderd worden door het plaatsen van zitstokken voor roofvogels (dag en nacht), vooral nabij risicozones. Deze techniek wordt voorgesteld in het kader van IPM. Roofvogels hebben graag een panoramisch uitzicht. Hoe hoger ze zitten, hoe groter hun waarnemingsbereik. De zitstok zelf moet horizontaal, goed verankerd en slipvrij zijn (ruw hout). Het moet 3-5 cm breed (of diameter) en 20 cm lang zijn.
De zitstokken moeten nu reeds worden geplaatst zodat deze vogels eraan wennen. Zij moeten minstens 2,50 m hoog zijn en aan de rand van het veld worden geplaatst (om ze niet te hoeven verwijderen bij landbouwwerkzaamheden), in de nabijheid van graskanten of andere schuilplaatsen voor kleine knaagdieren.