Onkruid

Onkruidbestrijding in suikerbieten: Nawerking op heterogene percelen en distelbestrijding

De komende dagen verwachten we warmer weer en misschien wat regen … Deze groeizame omstandigheden zullen bevorderlijk zijn voor de werking van producten type ‘Matrigon’. Voor de bestrijding van distels kan u wachten tot de meeste zijn opgekomen en een aparte passage doen met 1,2 à 1,5 (max.1,8) l/ha ‘Matrigon (100 g/l clopyralid)’ en 1 l/ha olie bij het 10 -12 blad stadium van de biet. De bloeiwijzen van de distels mogen nog niet gevormd zijn bij de behandeling. Deze manier van werken geeft vaak de beste resultaten. Alternatief kan u de behandeling fractioneren en 0,5 à 0,75 l/ha ‘Matrigon’ toevoegen aan de FAR en dan binnen de 7 à 8 dagen de tweede helft van de dosis toepassen. Er kan max. 0,75 l/ha ‘Matrigon 100 g/l clopyralid toegevoegd worden aan de FAR, de bieten moeten hiervoor minimum 6 echte bladeren hebben. Indien beperkte delen van het veld distels vertonen, kan plaatselijk behandeld worden.
Indien er nog grassen bestreden dienen te worden dan kan u onze adviezen terug vinden in de FAR Memo 2017.
Veel bieten bereikten 4-6 blad stadium. Vanaf het 4 blad stadium kunnen bodemherbiciden toegevoegd worden om de nawerking op te bouwen en te garanderen. Soms dient men door de gespreide opkomst (op ‘koppen’) in het perceel de kleine bieten (kiemlob, 2 blad) te ‘sparen’ om geen gaten in het perceel te hebben. In dat geval is het moeilijk te starten met bodemherbiciden om de nawerking te garanderen. Men kan dan afhankelijk van de flora opteren om 150 ml/ha‘Venzar 500 g/l lenacil’ toe te voegen aan het FAR schema. Alternatief kan men 0,1 l/ha ‘Frontier Elite’ of ‘Dual Gold’ toevoegen aan het FAR schema per set bladeren van de biet. Bieten in het 2 blad stadium zullen normaal 0,2 l/ha ‘Frontier Elite’ verdragen. Vanaf begin 4 blad stadium van de biet kunnen Centium-Frontier combinaties toegepast worden.