De komende dagen zouden de rooiomstandigheden relatief goed moeten zijn. Alle bietenbemonsteringen tonen dat de wortelopbrengst over het algemeen hoog is maar dat bepaalde percelen een zeer grote heterogeniteit vertonen. Uit eerder uitgevoerde proeven blijkt dat de reinigers in staat zijn om (gemiddeld) 50% van de vrije of aan de bieten klevende grond te verwijderen. Door de barema’s voor grondtarra, is het financieel interessanter om correct gerooide bieten te bewaren dan de bieten te leveren met een hoge tarra.
In de heterogene percelen, moet men :
– de rooisnelheid beperken;
– in geval van grote bieten, de opening tussen de scharen regelen (referentie : voor wortels van gemiddelde grootte = 4 cm);
– door de opening van de scharen goed af te stellen kan men de rooidiepte beperken. Een normale rooidiepte komt overeen met 6 cm in leem- en zandleembodems, en met 8 cm in kleibodems;
– voor de klassieke ontbladeraars de hoogte afstellen op de hoogste bieten en de ontkoppers zo afstellen dat niet meer dan 5% van de bieten te diep ontkopt wordt en dat niet meer dan 15% van de bieten nog bladstelen vertonen. De machines uitgerust met de nieuwe micro-ontkoppingssystemen zijn aanzienlijk efficiënter;
– met uitzondering van de zelfslijpende messen, de messen van de ontkoppers goed slijpen (1 keer/10 ha).
Indien de omstandigheden natter worden :
– de snelheid aanpassen aan de omstandigheden ;
– niet meer dan 2/3 van het potentieel van de machine overschrijden en vermijden om alles op het maximum af te stellen;
– de zeefraderen of de dwarse rollen achter de rooischaren boven de grond houden;
– de ruimte tussen de geleidingsrekken en de zeefraderen afstellen (3 tot 4 cm of 2 vingers) om een maximum aan grond te verwijderen. De geleidingsrekken met « varkensstaarten » en de opeenvolgende geleidingsrekken zijn efficiënter;
– de bandenspanning aanpassen. Een te hoge bandenspanning die kan leiden tot een bodemverdichting wanneer de machine geladen is, voorkomen.
In aanwezigheid van schieters, wilde bieten of ander onkruid moet men vermijden om de bladeren op aangrenzende percelen te gooien.