Rassen

Resultaten van de variëteiten en keuze voor 2016 (Bietplanter januari 2016)

fragment uit het artikel verschenen in ‘de Bietplanter’ van januari 2016

Een goede variëteitenkeuze voor de uitzaai 2016 rust op een goede kennis van de karakteristieken van zijn percelen. De eerste vraag betreft de aanwezigheid van ziekten/plagen die in het verleden op het perceel ontdekt zijn en waarvoor variëteitenkeuze een belangrijke oplossing biedt :
– Bij aanwezigheid van nematoden is een nematodentolerante variëteit aanbevolen, ook ligt de besmetting laag (150 eieren+larven gemiddeld);
– In een perceel met een gekend probleem van Rhizoctonia solani en in percelen met een intensieve vruchtopvolging met (korrel)maïs / raaigras kiest men voor het uitzaaien van een rhizoctoniaresistente variëteit. Opbrengst en resistentie zijn dikwijls omgekeerd gelinkt, men moet hier oplettend zijn voor het gewenst resistentieniveau.
Naast de gewenste resistenties zal men ook aandacht besteden aan de “bladgezondheid” van de variëteiten. Hoe later de oogst van de bieten gepland is, hoe belangrijker deze factor zal meespelen om het maximaal potentieel van het perceel te garanderen.
Men kiest ook niet voor één enkel ras of één kweekbedrijf : diversiteit is belangrijk om eventuele risico’s van zaad, schieters, ziekten… te spreiden. Omdat alle jaren niet dezelfde zijn zal men ook voorkeur geven aan meerjarige resultaten. En eerst voor variëteiten die hun resultaten bevestigd hebben.

Auteur: André Wauters


Het volledige artikel met cijfermateriaal kan je hier downloaden: