Het preventief plaatsen van zitstokken in open zones kan de natuurlijke predatie van bosmuizen door roofvogels bevorderen. Deze techniek is conform de IPM richtlijnen. Bodembedekkers die nog niet vernietigd of verwerkt zijn, alsook graskanten zijn perfecte toevluchtsoorden voor bosmuizen.
Roofvogels hebben graag een panoramisch uitzicht. Hoe hoger ze zitten, hoe groter hun waarnemingsbereik. De zitstok zelf moet horizontaal, goed verankerd en slipvrij zijn (ruw hout). Het moet 3-5 cm breed (of diameter) en 20 cm lang zijn. De zitstokken moeten nu reeds worden geplaatst zodat deze vogels eraan kunnen wennen. Zij moeten minstens 2,50 m hoog zijn en aan de rand van het veld worden geplaatst (om ze niet te hoeven verwijderen bij landbouwwerkzaamheden), in de nabijheid van graskanten of andere schuilplaatsen voor kleine knaagdieren.