Koolzaadopslag moet binnen de 3 weken na kieming verwijderd worden om de vermenigvuldiging van het bietencystenematode (Heterodera schachtii) te voorkomen. Koolzaad vermenigvuldigt dit nematode zoals bij de teelt van bieten.
De periode waarin koolzaad of koolzaadopslag de bietencystennematode het meest vermenigvuldigt komt overeen met het jeugdige stadium van de plant, dit is van de zaai tot de winter. De verwijdering van deze opslag is dus essentieel wanneer er een teelt van bieten is in de rotatie. Men moet ingrijpen vooraleer het nematode de gelegenheid heeft om zijn eerste vermenigvuldigingscyclus te doorlopen, door alle koolzaadopslag binnen de 3 weken (maximum 4) na de kieming van de zaden te vernietigen. Deze vernietiging zal zo nodig herhaald worden. Om de voorraad niet gekiemde zaden van koolzaad te beperken, vermijd diepe grondbewerking na deze teelt en geef de voorkeur aan een oppervlakkige stoppelbewerking (3-5 cm) om een maximum aan zaden te doen kiemen.