Groenbedekkers

Vernietiging van de groenbedekkers : zeer variabele situaties

groenbedekkersDe korte vorstperioden in januari en februari waren soms onvoldoende om de groenbedekkers te vernietigen. Op basis van uw ervaring opgedaan of waargenomen in februari/maart 2014, denk eraan om tijdig deze situatie onder controle te krijgen om de zaai van uw bieten niet te vertragen.
Afhankelijk van de zaaidichtheid, de bodem of hun ontwikkeling, werden de mosterd groenbedekkers (of andere vorstgevoelige soorten) soms onregelmatig vernietigd door de korte vorstperioden waargenomen in januari en februari 2015. Deze situatie is echter niet vergelijkbaar met deze op het einde van de winter 2013/2014 waarin er geen vorst was. De ontwikkeling van de groenbedekkers is dit jaar op het einde van de winter minder. Weinig groenbedekkers hebben het bloeistadium bereikt (behalve bij zeer vroege zaai).
Hun mechanische vernietiging moet overwogen worden afhankelijk van de situatie, voor zover de grond dragend is en er geen spoorvorming is door werkgangen (voldoende opgedroogde grond of bevroren aan de oppervlakte). Men moet spoorvorming voorkomen die schadelijk is voor het oppervlakkig klaarleggen van het kiembed en later voor groei en de wortelontwikkeling van de bieten.
Enkele suggesties voor vernietiging worden hierna voorgesteld, hoewel deze lijst niet volledig is. Elke situatie moet een eigen oplossing vinden, afhankelijk van de beschikbare machines, en op basis van de ervaring die is opgedaan of waargenomen vorig jaar.
In het kader van IPM is het echter noodzakelijk er voor te zorgen dat het gebruik van niet-selectieve herbiciden beperkt wordt en de voorkeur gegeven wordt aan een mechanische vernietiging (klepelen + 1 of 2 doorgangen met de rotoreg of een schijveneg vóór de zaai). Een chemische behandeling juist vóór de zaai zal slechts overwogen worden indien er echt te veel onkruidopslag is.

Mechanische vernietiging

Indien de grond goed dragend en droog is en er geen sporen worden gemaakt, kan er een doorgang met een werktuig van het type schijveneg gerealiseerd worden, maar zeer oppervlakkig (2-3 cm diepte) indien de plantenmassa de doorgang toelaat. Het plaatsen van lichte croskillettes rollen vooraan de tractor kan helpen om de weinig ontwikkelde groenbedekkers op een effectieve manier te vernietigen (systeem minder geschikt voor de grassen groenbedekkers).
Het mechanisch klepelen is een meer eenvoudige, maar meer risicovolle operatie en kostbaar in energie. Zij kan diepe wielsporen veroorzaken en moet zeer homogeen gebeuren. Voorjaarsploegen, na het klepelen of voor de zaai, kan eveneens de nog aanwezige onkruiden elimineren.
Het gebruik van werktuigen met tanden of schijven en met ganzevoeten (type Smaragd) moet worden voorbehouden voor groenbedekkers in gevorderde degradatie en op een perfect opgedroogde grond om het oppervlakkig dichtslaan van de grond te vermijden.
Een gecombineerde doorgang met klepelmachine of schijveneg + rotoreg op weinig ontwikkelde en door de vorst verzwakte groenbedekkers kan voldoende zijn. De combinatie van deze verschillende werktuigen kan in één werkgang gebeuren. Deze doorgang kan zelfs gebeuren in directe combinatie met de zaai van de bieten indien de bodem het toelaat.

Ploegen

Veel velden werden reeds geploegd op de nachtvorst van januari of februari en de weinig ontwikkelde groenbedekkers werden hierdoor ingewerkt.
Voorafgaand aan een bodembewerking in de diepte (ploegen), is het noodzakelijk om het vochtgehalte van de bouwvoor te controleren om geen vochtige zones aan de oppervlakte te brengen. Gebruik een spade op verschillende plaatsen. Een schep aarde die men op de grond werpt zou moeten uiteenvallen om te bepalen of de bouwvoor geschikt is om bewerkt te worden.
Als men binnenkort moet ploegen op een toegankelijke bodem en met een niet vernietigde mosterd of facelia, zorg er dan voor om bij het ploegen niet te veel plantaardig materiaal in te werken in de bodem. Dit zou niet-afgebroken « mulch » creëren onder in de bouwvoor, zeer schadelijk voor de wortelontwikkeling van de bieten. Zorg er eerder voor om het schuin in de ploegvoor in te werken door de toppen van de mosterd of facelia te laten uitsteken.

Chemische vernietiging

Men spuit niet op groenbedekkers in bloeistadium. De chemische vernietiging kan noodzakelijk blijven om het wortelsysteem van de groenbedekkers op basis van grassen te vernietigen en zou reeds moeten uitgevoerd zijn. Afhankelijk van de buitentemperatuur en de ontwikkeling, duurt het 3 tot 4 weken om een goede vernietiging te verkrijgen vóór de zaai van de bieten.
In afwezigheid van bloei kan een behandeling worden uitgevoerd met een niet-selectief herbicide op basis van glyfosaat (2 tot 4 l/ha) erkend voor landbouwgrond in tussenteelt. Afhankelijk van de formulering (voor generieke producten), kan het interessant zijn om een olie of uitvloeier toe te voegen om de doeltreffendheid van dit type herbicide te verbeteren en/of om het watervolume tijdens de bespuiting te verminderen (vb. : 80 l/ha in plaats van 400 l/ha). Het gebruikte additief moet erkend zijn voor dit gebruik (landbouwgronden in tussenteelt, vb. : GAON, ZARADO, NATOL of CANTOR, FIELDOR, FIELDOR MAX). In geval van een belangrijke plantenmassa, zal men de volledige dosis moeten gebruiken (tot 4 l/ha glyfosaat aan 360 g/l). Indien de bladmassa minder belangrijk is, kan men een halve dosis gebruiken bij de eerste doorgang. Men zal moeten overwegen om een tweede behandeling uit te voeren vóór de voorbereidingswerken voor de zaai om de nog aanwezige onkruiden te vernietigen. De tweede doorgang van de onkruidbestrijding kan gebeuren met een schijveneg (op een droge grond om verslemping te voorkomen) met behulp van schijven met kleine diameter (Goed ontwikkelde mosterd is moeilijker te vernietigen met een herbicide op basis van enkel glyfosaat. Gebruik in dit geval bijvoorbeeld een product op basis van glyfosaat en pyraflufen, erkend voor de tussenteelt (vb. : THUNDERBOLT aan 2,8 l/ha voor een kleine ontwikkeling en tot 4 l/ha voor een belangrijke ontwikkeling). Men zal de behandeling vroeg in de ochtend moeten uitvoeren. Dit type product heeft enkele uren licht nodig om effectief te zijn.
De spuitsporen moeten idealiter overeenkomen met deze gebruikt na de zaai van de biet, dit kan uitgevoerd worden met een GPS systeem. In dit geval kan de doorgang gebeuren met brede banden om de grond beter te respecteren. Deze doorgangen kunnen opnieuw gebruikt worden bij de zaai van de biet om een uitzaai in « tramlining » te realiseren (= lijn van doorgang wielen niet ingezaaid).